Categorie: Herman Verweij

Reactie op ‘De Halte’ van woensdag 4 maart 2020

Reactie op ‘De Halte’ van woensdag 4 maart 2020

Een schoorsteen moet roken
Naderend hoogwater, de droogloodsen, muitende
troepen, een weersomslag, een vreemde vogel,
de stoker op weg naar zijn oven: alles is gezien.

Behalve die afzwaaier, in één klap mijn trots
geknakt. Steen voor steen, door rappe metselaars
langs klimijzers omhoog gebracht, krabbelde ik weer op.

Opnieuw kleurde de lucht rood. Tot de nering
afliep, witte rook uitbleef, ik vanbinnen verkilde en mij
alles werd afgenomen. Tot de koning langskwam, mij zag
en lachend zijn zwaard trok. Voortaan zíjn monument!

Wie durft mij nog naar de kroon te steken? Geen schotel
nodig om voorbij de horizon te kijken. Fier als een fallus
sier ik het land, verleid met onzichtbare rookpluimen
en een gespeeld rokershoestje jou, eenzame wandelaar.

 

Een schoorsteen moet roken van Herman Verweij

Een eerbetoon aan de in 2005 overleden journalist Twan Mientjes. Hij heeft zich met succes ingezet voor de erkenning van de schoorsteen van Canoy Herfkens als rijksmonument.

Schoorsteen Canoy – Herfkens (Venlo Daily Photo – Jeroen van de Ven)

 

‘De zon ging dermate bedroefd onder’ door Herman Verweij en Egbert Derix

‘De zon ging dermate bedroefd onder’ door Herman Verweij en Egbert Derix

‘De zon ging dermate bedroefd onder’ door Herman Verweij en Egbert Derix


Op zondag 15 maart vindt in de theaterzaal van het Limburg Museum de voorstelling ‘De zon ging dermate bedroefd onder’ plaats. Aanvang 15.00 uur. Entree € 9.50.

‘De zon ging dermate bedroefd onder’ is een collage van teksten uit de roman ‘De straat en het struikgewas’, geschreven door Armando. Hierin ziet hij als opgroeiende puber hoe de omgeving verandert, nadat de Duitsers zijn leven zijn binnengetrokken. Hij observeert scherp hoe Kamp Amersfoort langzamerhand zijn definitieve bestemming krijgt. ‘Kijk, daar gaan die lui van het kamp. Moet je zien hoe mager die zijn’. Hij toont hoe de natuur met zich laat sollen en spreekt over het schuldige landschap. ‘Aan de bosrand werd een zootje mensen vermoord, er werd geslagen, gekermd, geschreeuwd en geschoten. Intussen zong een vogel het hoogste lied. Hij zat een beetje te schommelen op een tak.’ Na de oorlog trekt hij naar Duitsland, hij wil weten hoe de vijand er zonder uniform uitziet, hoe ze spreken. Dat alles verwoordt Armando in zijn bekende soepele stijl, bijna op het achteloze af.
De teksten uit ‘De straat en het struikgewas’ worden voorgedragen door Herman Verweij. Bijzonder is de samenwerking met muzikant Egbert Derix. Deze speelt zijn eigen stukken op de piano om de woorden van de in 2018 overleden schilder, dichter, schrijver, muzikant extra kracht bij te zetten. Voorafgaand aan de voorstelling zal de korte film der Feldzug te zien zijn, een registratie van het oorlogsbedrijf, gevat in bijna poëtische beelden.

Pianist/componist Egbert Derix (Horst, 1969) is o.a. bekend van zijn samenwerking met Eric Vloeimans, Iain Matthews en Fish. Hij won in 2012 samen met Gerard van Maasakkers de Annie M.G. Schmidtprijs en zijn piano solo album ‘Falco’ werd door Musicmaker vergeleken met Keith Jarrett’s The Köln Concert. Hij speelde en schreef de soundtrack voor de documentaire ‘Nao ’t Zuuje’. Zijn Duitse liedcyclus ‘Wandern’ werd opgenomen in het Concertgebouw in Amsterdam en hij voerde de liedcyclus uit met de Wiener Kammersymphonie in Wenen. Onlangs was Derix nog te zien en horen in de voorstelling ‘De Laatste Getuigen’ van Toneelgroep Maastricht, waarvoor hij de muziek speelde en componeerde.

Dichter Herman Verweij (Hilversum, 1945) publiceerde enkele dichtbundels. Zijn laatste bundel is ‘Zolderbrieven’. Hij is een warm pleitbezorger van poëzie. Hij maakt deel uit van VenlopoëZiet en geeft poëziecursussen. Hij schreef ook drie wandelboeken, waaronder ‘Pelgrim op oorlogspad’. Samen met Egbert Derix voerde hij onder meer het gedicht ‘Awater’ uit

Poëziebijlage van maandag 9 december 2019

Poëziebijlage van maandag 9 december 2019

(door Herman Verwey)

VenloPoëziet laat nu kinderen ‘aan het woord’

Het nieuwe ‘muurgedicht’ van VenloPoëziet is nu eens niet van de hand van een landelijke of regionaal bekende dichter. Het is geschreven door creatieve Venlose kinderen.

Het gedicht wordt aanstaande vrijdag  om twaalf uur officieel onthuld. Het bevindt zich op de voorgevel van de  Sint-Martinusschool aan het Rosarium. De onderwijsinstelling bestaat 125 jaar. Het gedicht van kinderen van de groepen zes tot en met acht is alweer het negende dat de Stichting VenloPoëziet heeft weten te realiseren. Het eerste was er een van Lucebert, op een muurtje om een boom bij het voormalige Postkantoor.

Met de muurgedichten willen de initiatiefnemers de leefomgeving verfraaien, maar vooral ook Venlo laten kennismaken met de fascinerende wereld van de poëzie. Gezien de vele positieve reacties lijken ze in die opzet te slagen.

Voor het komende kalenderjaar staan er nog twee projecten op stapel. Een daarvan heeft betrekking op een blinde muur bij Theater de Maaspoort. Daarna wordt gewerkt aan een poëtische stadswandeling, waarin alle muurgedichten aandacht krijgen.

Over de stichting VenlopoëZiet

Gedichten, zeker als ze op bijzondere plekken zijn aangebracht en mooi vormgegeven, geven een stad iets speels, onalledaags. De argeloze voorbijganger glimlacht om de kwinkslag of denkt nog eens na over een woord of zin, terwijl hij zijn weg vervolgt.

Op dit moment zijn zeven van de in totaal twaalf onderdelen van het project ‘Poëzie in de openbare ruimte’ gerealiseerd. Op de ronde bak naast het voormalige Postkantoor staat een gedicht van Lucebert, uiterst klein rond deel.

Bij de Brouwersplaats in het Knibbelstraatje is op een glasplaat het gedicht Alles blijft van Gerrit Komrij te lezen. Tijdens de Open Monumentendag in 2014 is het gedicht IJkpunt van de Vlaamse dichter Marc Tritsmans onthuld, aangebracht op een muur in de stationshal. Bij de Goossensplaats aan de Parade tegen een verweerde muur zijn koppen van mensen geschilderd door kunstenaar Gies Backes. Het betreft portretten van Venlose mensen waarvan de naam niet bekend is. Het gedicht Vergeten gezichten van Jaap Robben is op een plaquette aangebracht. Verder is een gedicht van Paul Snoek aangebracht op de gevel van Café Locomotief aan de Begijnengang. Op 6 november 2016 is het zesde project onthuld. Een gedicht van de in 1976 overleden journalist Cor Deneer op de gevel van het voormalig pand waar vroeger de plaatselijke krant werd geschreven en gedrukt.

Enige tijd geleden is de gevel van het pand Jorisstraat 3 opgesierd met het gedicht Stadsgezicht van Pierre Kemp.

In 2018 is op de ronde muur bij de Romertoren een gedicht aangebracht van Bert Schierbeek.

Vrijdag 13 december wordt een gedicht onthuld, dat door vier kinderen van de Sint- Martinusschool is geschreven. Het is aangebracht op de gevel van de school. In voorbereiding is een quote van de Franse schrijver Jules Renard op de gevel langs schouwburg de Maaspoort.

 

VenlopoëZiet wordt gevormd door Hay Swinkels, Gé Smeets en Herman Verweij.

Ochtendeditie van maandag 17 december 2018

Ochtendeditie van maandag 17 december 2018

Oud-stadsdichter Herman Verweij liet ons afgelopen zaterdag genieten van een prachtig gedicht bij de terugkeer van de Verloren Zoon, de sculptuur de Vreedzame Krijger. Dat maar eens eerst:

 

Krijger kado

De laatste tijd heeft hij de stad gemeden. Op zijn schreden

teruggekeerd steekt hij met zijn lange leden Flujas &

Guntrud naar de kroon. Aan een verloren zoon biedt

 

Jocus nu ruimhartig onderdak, vaste grond en droge

voeten. Als een waakhond houdt hij wat niet pluis is

tegen. Zelfs stijgend water toont ontzag. Met de Wachters

op de brug brengt deze vredesman ons stedelingen rust.

 

In de haven meren schepen af, aan de stadspoort klopt

een vreemde. Zij weten dat ze welkom zijn. De muren

zijn geslecht, deuren kunnen dicht en open. Waar de stad

 

schurkt aan het water, rijst de Krijger op. Wulps schudt hij

zijn weelderige kop met haar als we omzien naar een meeuw

of gans. Zie de Krijger glanzen als de veren van de Jocushaan.

Hij is voor ons als carnaval: een houvast in het bestaan.

Herman Verweij

 

De naam Vreedzame Krijger  is in wezen carnavalesk. Inherent aan de vastelaovend is de omkering . Een krijger is meestal bedreigend, deze herplaatst op initiatief van de jubilerend gezelschap Jocus, is vreedzaam.

De Vreedzame Krijger bij dag en bij nacht

 

Ochtendeditie van Sinterklaasdag 2018

Ochtendeditie van Sinterklaasdag 2018

Herman Verweij (1945)  was van 1 januari 2011 tot 31 januari 2013 stadsdichter van Venlo. Maandelijks publiceerde dagblad De Limburger een gedicht van zijn hand in de regionale editie. Zijn stadsgedichten zijn samengebracht in de bundel Waar gisteren en vandaag.

De Frans Coehorststraat  in de wijk het Groenveld is een straat genoemd naar Frans Coehorst. Tijdens de oorlog sloot hij zich op jonge leeftijd aan bij het verzet, werd opgepakt en via Kamp Amersfoort tewerkgesteld in Zwickau. Daar hij is hij in 1944 door uitputting overleden.

*********

Frans Coehorststraat

Waar de zon het glas van tuinderskas bescheen

ligt nu het Groenveld. Op twaalf straatnaamborden

de ondertekst: omgekomen in het verzet.

In het hart, vernoemd naar een nog jonge knaap

een doodgewone straat met tuintjes en wat bomen.

Een man die er zijn hond uitlaat.

 

‘Wist u dat de Frans van deze straat, toen negentien

zijn stad verliet om er nooit meer terug te keren?

Stel dat dezelfde jongeman nu hier verscheen

dwalen zou hij door de straten van zijn vrienden.

Stel dat hij in de huizen de beelden ziet van jonge

mensen op het Tahrirplein of kogels fluiten hoort

door de straten van Misrata, zou dan zijn hart

opnieuw tekeer gaan? Vrijheid is zelden in de aan-

bieding meneer, het vraagt de volle prijs.’

 

Misschien dat later in Damascus of Benghazi

een straat de naam draagt van een jonge man of

vrouw met dezelfde ondertekst.

Een doodgewone straat met tuintjes en wat bomen.

Een man die er zijn hond uitlaat.

*********

Met dank aan Herman Verweij